Nieuwsbrief
In 1995 werd ik op verzoek van Leon Bok bestuurslid van de Stichting Oude begraafplaats Leeuwarden. Die stichting had als doel steun te verlenen bij de instandhouding van de oude gemeentelijke Stadsbegraafplaats aan de Spanjaardslaan. In de jaren die volgden hebben we met het bestuur en veel vrijwilligers de begraafplaats grotendeels vrij van onkruid en opschot gemaakt en zelfs enkele onder de oppervlakte verdwenen grafstenen weer tevoorschijn gehaald.
Altijd als ik ergens op bezoek ben, moet ik even een kijkje nemen in het kapelletje of op de begraafplaats. Net als afgelopen zomer. Toen wandelden we langs een oud kerkje met een kerkhof er om heen. De toppen van eeuwenoude grafmonumenten staken boven de kerkhofmuur uit. Op het gietijzeren toegangshek zaten twee doodshoofden met knekels.
Veel schrijvers en dichters hebben sinds de negentiende eeuw in Zeist - het deftige dorp, een naam trouwens door schrijver Johan de Meester (1860-1931) gegeven - gewoond. Een aantal is er overleden en ligt er begraven. Het merendeel van hen is in vergetelheid geraakt. Al staat hun naam nog leesbaar op de grafsteen, de bezoekers van de begraafplaats Zeister Bosrust aan de Woudenbergseweg zegt hun naam meestal niets. Een van deze vergetenen is mr. Cornelis Petrus van Rossem. Hij was een veelzijdig man: jurist, letterkundige, toneelschrijver, journalist en occultist.
Elf jaar lang mocht ik voor De Begraafplaats, het ledenblad van de LOB, ‘’bekende en minder bekende Nederlanders’’ interviewen over hun begraafplaatsgevoel. De interviews maken duidelijk op hoeveel verschillende manieren begraafplaatsen een bijzondere plek in het leven van mensen innemen. Niet in de laatste plaats als plek van liefde. Dit was het laatste jaar en deze maand verschijnt een bundeling met een keuze uit die interviews. Het blad verschijnt zes keer per jaar. Elf keer zes is zesenzestig. Zesenzestig gesprekken die ik bij voorkeur hield op de meest aangewezen plek: een begraafplaats. Hier komt, zo ervaarde ik, een gesprek al snel tot de kern. De geïnterviewden kozen ‘’hun’’ begraafplaats en zo leerde ik tot mijn grote plezier veel Nederlandse begraafplaatsen kennen.