Skip to main content

Grafpoëzie


Geschreven: 13 december 2009
Aangepast: 26 april 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Monument voor een gevallene

 

Een zeer groot aantal Nederlands oorlogsslachtoffers vond hun laatste rustplaats op een van de erevelden in Europa of in het Verre Oosten. In Nederland zelf kennen we het ereveld te Loenen (gem. Apeldoorn) en het militaire ereveld op de Grebbeberg. Een aantal nabestaanden koos echter voor een laatste rustplaats op het kerkhof of de begraafplaats van de eigen woonplaats.

Het monument op het graf van Lucas Bosman op de begraafplaats van Hijken (Dr.) valt op door de plaatsing aan het einde van het middenpad, de vorm, het grafdicht op het monument én de zorg, die aan het graf wordt besteed. Lucas Bosman, geboren op 14 oktober 1913, maakte als dienstplichtig soldaat deel uit van het 1e Regiment Infanterie.


Geschreven: 13 december 2009
Aangepast: 02 juni 2018
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Poëzie voor de gestorvenen: De stèle van Jan Jacobs Woelesius

 

P1000671

 

Tussen de A7 ten noorden en het Winschoterdiep ten zuiden ligt Westerbroek (gemeente Hoogezand-Sappemeer). Rond het witte dorpskerkje bevindt zich het kerkhof met verschillende fraaie grafmonumenten. Een stèle, waaraan men gemakkelijk voorbijgaat, is die van Jan Jacobs Woelesius. De steen heeft in de loop van de tijd een dusdanige kleur aangenomen, dat de letters in reliëf pas leesbaar worden als je er dichtbij staat. Op de achterzijde, die vanaf de weg zichtbaar is, is een grafdicht aangebracht. Op de voorzijde lezen we:

 

HIER
RUST HET
STOFFELIJK DEEL
VAN
JAN JACOBS
WOELESIUS
GEBOREN DEN
29 OCTOBER 1797
OVERLEDEN DEN
22 JUNIJ 1864

Van enige familieband wordt geen gewag gemaakt. Uit de acte van overlijden van 23 juni 1864 kunnen we opmaken, dat Jan Jacobs Woelesius landbouwer is geweest en stamde uit een landbouwersgeslacht. Van een partner wordt geen melding gemaakt. Het fraaie grafdicht roept daarom de vraag op wie het geweest kan zijn, die Jan Jacobs Woelesius mijn vriend heeft genoemd. Het is in elk geval een vriendschap geweest, die meer dan oppervlakkig was. Het was liefde. Met zijn dood verdween alle kleur en fleur uit het leven van wie hij achterliet.

DE ZODE DEKT,
WAT MIJ ZOO
DIERBAAR WAS,
DAAR MIJ MIJN
VRIEND VERLIET.
ELK JAAR BRENGT
WEER HETZELFDE
BLOEMGEWAS,
DEZELFDE
LIEFDE NIET.

 

 

Dit artikel verscheen eerder in de nieuwsbrief van april 2008

 


Geschreven: 13 december 2009
Aangepast: 02 juni 2018
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Poëzie voor de gestorvenen

 

familie_BosOmstreeks 1830 is de kerk van Nijeberkoop afgebroken. Wat restte, was het kerkhof met een klokkenstoel. Het was overigens niet ongebruikelijk, dat een aantal kerken geen toren had. De achtergrond daarvan was soms van financiële aard, soms was het de ondergrond, die te zacht was voor het dragen van een toren met één of meer klokken. Een houten klokkenstoel bood dan een oplossing.

De grafdichten, die we aantreffen op het kerkhof, vallen niet op door hun oorspronkelijkheid. Ze komen ook elders en in allerlei varianten voor. Bijzonder is, dat op drie grafstenen direct naast elkaar hetzelfde grafdicht is aangebracht. Het betreft de graven van het echtpaar Bos en hun zoon.

Jan Jans Bos, geboren te Langedijke op 11 maart 1798, overleed op 1 februari 1857 en werd 56 jaar en ruim 10 maanden. Op 7 februari 1868 overleed de zoon Jan Jans. Hij werd slechts 29 jaar en 10 maanden. Antje Lammers Oosterloo, die op 5 juni 1810 geboren werd in Appelscha, overleed op ruim 70-jarige leefijd op 10 november 1880.

Op alle drie de grafstenen lezen we:

O! MENSCH GEDENKT AAN MIJ,
DIE HIER VOORBIJ KOMT TREDEN:
VOOR DEZEN WAS IK OOK ALS GIJ,
MAAR NU LIG 'K HIER BENEDEN.

De grafdichten in Friesland uit deze en vroegere tijd zijn niet in het Fries, maar in het Nederlands. Men vond dat het Fries bij bepaalde gelegenheden geen pas gaf. Wanneer bij voorbeeld in 1915 dominee Geert Aeilco Wumkes in Tzum voor het eerst in het Fries preekt, verlaat één van de kerkgangsters de kerk met de woorden: "Wy hawwe hjir komeedzje yn e tsjerke"(er wordt hier in de kerk een komedie opgevoerd).

 

 

Dit artikel verscheen eerder in de nieuwsbrief van maart 2008

 

 

 


Geschreven: 13 december 2009
Aangepast: 02 juni 2018
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Poëzie voor de gestorvenen

 

P1000365Het hooggelegen kerkhof met de losstaande toren en de kerk, restant van wat ooit een kruiskerk was, vormt een markant punt in het dorp Slochteren. Op het kerkhof bevinden zich nog enkele zerken en grafmonumenten. Opvallend is het van een hekwerk voorzien graf van Johan Hora Siccama en zijn echtgenote Hermanna Louisa Christina de Sandra Veltman.
Zij bewoonden de Fraeylemaborg, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van Slochteren. Veranderde de borg meermalen van eigenaar, de verschillende bewoners hebben steeds een belangrijke rol gespeeld op bestuurlijk en kerkelijk terrein in de streek, de provincie en het land. Op de zerk van het echtpaar Hora Siccama-De Sandra Veltman is een kort grafdicht aangebracht:

 

ALS EENS DE DOODSLAAP IS VOLBRAGT
DAN WEKT GIJ ONS DOOR UWE KRACHT
O JEZUS, VOOR DEN HEMEL

De zeer fraai bewerkte zerk van de landbouwer Klaas Veenema, die op 20 april 1886 overleed, is voorzien van veel grafsymboliek en van een grafdicht.Veenema, die 66 jaar oud werd, trouwde in 1872 met Sara Kempinga.. Het echtpaar kreeg drie kinderen, die bij zijn overlijden dus nog erg jong waren.

NU SCHEIDT HELAAS DE DROEVE DOOD
MIJ VAN MIJN DIERBREN ECHTGENOOT
DRIE KINDREN DIE DE HEER ONS GAF
STAAN NU OOK VADERLOOS BIJ 'T GRAF
O HEER WAT ZIJN DAT HARDE SLAGEN
'T GEMIS VAN ZULK EEN TEEDER PAND
DOCH 'K ZWIJG WANT 'T WAS UW WELBEHAGEN
'K ERKEN DAARIN UW VADERHAND

Met name de laatste regels van het grafdicht laten zien hoe Sara Kempinga het overlijden van haar echtgenoot heeft ervaren. Het doet sterk denken aan de woorden van Job in het gelijknamige bijbelboek: "De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam van de Heer zij geprezen". Job 1: 21b

 

 

Dit artikel verscheen eerder in de nieuwsbrief van januari 2008