Skip to main content

Termen en Begrippen

Glossaries

Term Definition
Late landschapstijl

Tuinstijl in Nederland waarin een wijds landschap wordt nagebootst. Vloeiende vormen en een sterke afwisseling in beplanting voeren de toon. Karakteristiek voor deze stijl zijn vergezichten, open ruimten en boomcoulissen (1815-1870).

Latei

Balkvormig element van hout, steen of ijzer dat een venster, ingang of andere opening overspant en daarmee het bovenliggende muurwerk steunt. Soms is deze latei opgenomen in het decoratieve patroon van een gevel.

Leibedekking

Bedekking van een dak met kleine dunnen platen, uit leisteen gekloofd en gehakt. Een lei is enkele mm tot ruim 1 cm dik. De kleur is overwegend blauwgrijs maar ook roodpaars of groen komen voor.

Lijkenhuisje

Ruimte of gebouw waar, in afwachting van de begrafenis, de lijken werden gelegd van mensen die aan een besmettelijke ziekte waren overleden. Door deze gescheiden te houden van de levenden werd de kans op besmetting geminimaliseerd. Pesthuizen of gasthuizen hadden bij hun kerkhof al vaak zo’n huisje totdat in de Wet op de Besmettelijke Ziekten van 1872 werd vastgelegd dat elke begraafplaats zo’n ruimte of huisje moest hebben. Dit voorschrift was een gevolg van een andere kijk op hygiëne en gezondheidszorg, die dankzij nog veel meer maatregelen aan het eind van de 19de eeuw sterk verbeterde. Lijkenhuisjes werden vaak gecombineerd met een opbaarruimte.

Lijkschouwing

Vanuit het Grieks: ‘Autopsie’ wat zoveel betekent als "met eigen ogen zien". Het betreft in dit geval het onderzoeken van een lichaam van een overleden persoon om de doodsoorzaak na te gaan, ook wel sectie of obductie genoemd.

Synonyms - sectie, obductie