Term | Main definition |
---|---|
Baarhuisje | Klein gebouw of ruimte op een begraafplaats of kerkhof waar doden werden opgebaard, waarvan de dood nog niet met zekerheid kon worden vastgesteld. |
Bas-reliëf | Ook wel vlak-reliëf, is een beeldhouwmethode waarbij de weergegeven voorstelling vrij ondiep uitgewerkt is, waardoor het alleen in vooraanzicht realistisch overkomt. Bij zicht van een zijkant geeft het bas-reliëf een sterk vertekend beeld. |
Basement | |
Begraafplaats | Terrein waar stoffelijke resten van overledenen begraven, bijgezet of verstrooid worden. Te onderscheiden van kerkhof, een begraafplaats rond een kerk. |
Beton | Eeen mengsel van cement en zand met een toeslagmateriaal zoals kiezel, grind of gruis. In de Oudheid in het Nabije Oosten uitgevonden en door de Romeinen verder ontwikkeld. Dit materiaal werd gedurende de Middeleeuwen praktisch niet meer toegepast maar werd vanaf de 16de eeuw weer toegepast. Zie ook gewapend beton. |
Blindnis | Term die gebruikt wordt voor een deur of venster dat slechts in schijn aanwezig is. Op de plaats waar deur of venster zou zitten is metselwerk aangebracht, mogelijk gepleisterd of anderszins afgewerkt. |
Boucharderen | Zodanig afwerken van natuursteen dat een oppervlak met regelmatig verspreide putjes ontstaat. Hiervoor wordt een bouchardeerhamer gebruikt. |
Buitenbegraafplaats | Benaming voor de begraafplaatsen die in de 19de eeuw buiten de muren en/of singels van de steden werden aangelegd. |