Skip to main content

Termen en Begrippen

Glossaries

Term Definition
Sarcofaag

Grote stenen lijkkist uit één blok steen gehouwen. Gewoonlijk rijk versierd met beeldhouwwerk en inscripties aan binnen- en buitenzijde. De term is afgeleid van twee Griekse woorden: Sarx (vlees) en Phagoon (eten). Letterlijk is een sarcofaag dus een "vleesetend" object.

Sluitsteen

Dit woord heeft vanuit funerair perspectief een dubbele betekenis, enerzijds verwijst het naar de steen die een grafkelder afsluit maar bekender is de verwijzing naar de steen die het graf van Jezus afsloot.

Smeedijzer

Een betrekkelijk zuivere vorm van ijzer die gemakkelijk gesmeed kan worden en niet snel hard wordt, zodat het met de hand gevormd of gehamerd kan worden, dit in tegenstelling tot gietijzer. Veel toegepast voor hekwerken op graven, ook wel in combinatie met gietijzer.

Spitsboog

Een boog waarvan de vorm wordt bepaald door twee symmetrische cirkeldelen die elkaar in de top snijden. Deze boog werd in de gotiek bij kerkbouw toegepast. Bij een spitsboog zijn de spatkrachten minder dan bij een rondboog. Later zijn er varianten op de spitsboog ontwikkeld, bijvoorbeeld de Tudorboog en de ezelsrugboog.

Stèle

Van het Griekse woord voor rechtopstaand steenblok. Een rechtopstaande graf- of gedenksteen of gedenkzuil waarin een motief of inscriptie is uitgehouwen, gewoonlijk op een graf.