Skip to main content

Utrecht


Geschreven: 13 november 2010
Aangepast: 25 december 2020
Auteur: René ten Dam
Categorie: Utrecht

 

In de negende eeuw werd er voor het eerst melding gemaakt van een kerk in Werkhoven. De kerk was gewijd aan Sint Stefanus, een heilige die in het Frankische Rijk in zeer hoog aanzien stond. Het eerste stenen kerkgebouw ontstond waarschijnlijk in de elfde of uiterlijk twaalfde eeuw. Van die romaanse kerk heeft alleen de toren de tand des tijds nagenoeg ongeschonden doorstaan. Ook het grootste deel van het romaanse schip is bewaard gebleven, al is het niet goed zichtbaar. Van het koor is echter geen opgaand deel bewaard gebleven.


Geschreven: 11 november 2002
Aangepast: 18 maart 2024
Auteur: René ten Dam en Henk Reinders †
Categorie: Utrecht

De oudste plaats van begraven in Bunnik is in en rond de Oude Dorpskerk aan het Kerkpad. De kerk, gewijd aan Sint Anthonis, stamt uit de dertiende of veertiende eeuw. Omstreeks die tijd zal er ook voor het eerst begraven zijn. Tot 1596 werd het kerkhof gebruikt door de parochie Bunnik. In 1596 gingen kerk en kerkhof over tot de Gereformeerde kerk door de Reformatie, maar de kerk en kerkhof bleven gebruikt worden door dezelfde mensen. In eerste instantie bleef ook de katholieke eredienst.


Geschreven: 28 juli 2010
Aangepast: 15 februari 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Utrecht

 

Na de hervorming was de parochiekerk voor de katholieke gemeenschap verloren gegaan. Het verbod op het uitoefenen van de oude godsdienst dreigde een einde te maken aan het katholieke leven in Soest, hoewel de meeste inwoners de roomse kerk trouw bleven. De eerste jaren werd het oude geloof nog wel getolereerd maar in de zeventiende eeuw zou Soest voor zijn zielzorg afhankelijk zijn van rondtrekkende priesters die dit werk in het geheim deden. Rond 1690 kreeg Soest weer een eigen priester die preekte in een schuurkerk nabij de huidige Petrus en Pauluskerk. Deze kregen de katholieken pas in 1852 door de inzet van pastoor Steenhoff.


Geschreven: 28 juli 2010
Aangepast: 16 februari 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Utrecht

 

Naast het kerkhof aan de Dalweg en het Katholieke deel op de Algemene begraafplaats beschikt de katholieke gemeenschap in Soest ook nog over een begraafplaats aan de Kostverlorenweg. Deze begraafplaats werd geopend en gebruikt vanuit de latere Mariaparochie te Soestdijk. De parochie werd voor de Eerste Wereldoorlog afgesplitst van die in Soest, maar kende geen vlotte groei. De begraafplaats op het Hart aan de Kostenverlorenweg werd evenwel in november 1912 ingewijd.


Geschreven: 28 juli 2010
Aangepast: 18 februari 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Utrecht

 

Naast de katholieke begraafplaatsen in Soest bezit ook Soesterberg een katholieke begraafplaats. Deze begraafplaats ligt een aantal honderden meters achter de Rooms Katholieke kerk die aan de Rademakersstraat staat. Langs de kerk en pastorietuin loopt de Kerklaan waaraan ook de begraafplaats ligt. De begraafplaats werd in 1838 aangelegd nadat de familie Bosch van Drakestein het stuk grond had aangeboden aan de parochie. De grond maakte deel uit van de buitenplaats De Sterrenberg dat gelegen was tussen Soesterberg en Zeist. De familie Bosch van Drakestein reserveerde op de begraafplaats een tweetal grafvelden waar in de loop der jaren veel overleden familieleden begraven werden. Het oudste graf van de familie is van J.H.F. Bosch van Drakestein ( - 1851). Ook ligt hier het grafmonument voor P.J. Bosch van Drakestein (1825-1894). Hij was van 1856 tot zijn dood Commissaris des Konings in de provincie Noord-Brabant. Zijn grafmonument dat gemaakt werd naar een ontwerp van de architect J. Dony, staat zeer prominent op een hoek van de familiebegraafplaats.

Overzicht met enkele bijzondere katholieke grafmonumentenOverzicht met enkele bijzondere katholieke grafmonumenten


Geschreven: 28 juli 2010
Aangepast: 16 februari 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Utrecht

 

Hoewel Soesterberg vooral in het begin van de twintigste eeuw snel groeide duurde het tot in de jaren zestig van die eeuw voordat Soesterberg haar eigen algemene begraafplaats kreeg. De plaats die gekozen werd voor de begraafplaats was midden in de bossen, ten zuiden van het dorp. Aangezien dit gedeelte behoorde tot de gemeente Zeist moest deze toestemming verlenen tot de aanleg. Aan de Kampdwarsweg, nabij het bekende Kamp Zeist, werd een rechthoekig perceel geschikt gemaakt om als begraafplaats te kunnen dienen. Op 1 september 1961 werd de begraafplaats geopend.


Geschreven: 03 april 2010
Aangepast: 23 april 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Utrecht

 

Beeld H. Jozef met lijkenhuisje (foto dhr. Den Boon)De Utrechtse Heuvelrug is al eeuwenlang een aantrekkelijke vestigingsplaats voor aanzienlijke families. Hier werden dan ook veel buitenplaatsen gebouwd. Bij Driebergen-Rijsenburg zijn er een aantal te vinden, waaronder Broekbergen. Bij deze kleine buitenplaats werd veel later een begraafplaats aangelegd. De geschiedenis van deze begraafplaats is echter geen gewone.

Het huis

Het huis Broekbergen werd in 1755 gebouwd door Samuel en Adriaan Balthasar van der Muelen. Deze twee broers waren niet getrouwd en hadden nog een broer die op het nabijgelegen Dennenburg woonde: Joseph Ellas van der Muelen van Dennenburg. Het huis Broekbergen bleef in het bezit van de Van der Muelens tot 1875. In dat jaar werd het huis via een openbare veiling gekocht door zusters Benedictinessen van het Heilige Sacrament. Deze zusters waren uit Duitsland afkomstig waar ze weg moesten vanwege de nieuwe politiek van Von Biscmarck.


Geschreven: 09 februari 2010
Aangepast: 23 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Utrecht

 

De voorgeschiedenis

Diebold Schilling's Spiezer Chronik (1485): Feuertod des Jan Hus in KonstanzVoor de geschiedenis van de Hernhutters dienen we enkele eeuwen terug te gaan in de geschiedenis.Die geschiedenis speelde zich af in Bohemen en Moravië, respectievelijk het westelijk en het oostelijk deel van Tjsechië en begon met de marteldood van de prediker Johannes Hus, die tevens professor was aan de Universiteit van Praag. Het resultaat van de verbranding als ketter van Johannes Hus op 6 juli 1415 was niet de vernietiging van diens gedachtegoed. Evenmin brak zijn dood het verzet van de mensen in Bohemen en Moravië tegen de rooms-katholieke kerk. De nieuwe leer door Hus met zijn geweldig redenaarstalent met verve gebracht, had ook een voedingsbodem gelegd voor sterk nationalistische gevoelens. Een en ander resulteerde in de zogenaamde Hussietenoorlogen in de eerste helft van de 15e eeuw. Uitkomst daarvan was uiteindelijk een hussietische kerk naast de rooms-katholieke kerk. In leer en leven wilde deze kerk een terugkeer naar de Bijbel, waarvan zij meende, dat deze in de verwereldlijkte kerk van die dagen geen rol van betekenis meer speelde. Vooral Jezus’ Bergrede uit Mattheüs 5, 6 en 7 werd leidraad voor leer en leven.


Geschreven: 15 januari 2005
Aangepast: 01 maart 2022
Auteur: R.P.M. Rhoen
Categorie: Utrecht

 

Ten tijde van de Bataafse Republiek kreeg de rooms-katholieke Kerk haar godsdienstvrijheid terug. Men kon de schuilkerken verlaten. Tussen 1796 en 1840 werden ongeveer 150 nieuwe rooms-katholieke kerken gebouwd. Bij Koninklijk Besluit van 19 augustus 1842 werd als beschikking op de rekesten van katholieke inwoners van Zeist toestemming verleend tot het oprichten van een noodkerk en het benoemen van een pastoor. Van 1580 tot 1842 had Zeist geen katholieke kerk en behoorden de Zeister katholieken tot de statie Bunnik. Zij kerkten echter ook in Soesterberg (1837) en in Rijsenburg (1809). Tot eerste pastoor na de Hervorming werd op 25 september 1842 Franciscus Cohu benoemd. Op 9 februari 1843 werd de noodkerk in de 2e Dorpsstraat door de aartspriester ingewijd en de nieuwe pastoor geïnstalleerd. 


Geschreven: 15 januari 2010
Aangepast: 11 januari 2022
Auteur: Han van der Kolk
Categorie: Utrecht

 

Geschiedenis

Het oudste thans nog bestaande kerkhof in Zeist is dat van de Evangelische Broedergemeente sinds 1747. De eerste algemene begraafplaats (Oude Begraafplaats) werd aangelegd in 1829 aan de Bergweg. Op 26 november 1917 werd aan de Woudenbergseweg te Zeist een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen. Op 1 december 1965 werd de Oude Begraafplaats formeel gesloten.

Tot 1829 hadden de Zeister rooms-katholieken hun doden meestal in naburige plaatsen begraven. Na de aanleg van de begraafplaats aan de Bergweg bestelden de katholieken hun doden zowel in Zeist als in Bunnik ter aarde. Tussen 1830 en 1837 werden er in Zeist 60 begraven en 48 in Bunnik. De rooms-katholieke begraafplaats in Bunnik was in 1823 zonder toestemming van de overheid aangelegd en was bestemd voor de rooms-katholieke inwoners van Bunnik, Odijk en Zeist. In 1837 werd in Soesterberg een parochie opgericht met een eigen begraafplaats, waarvoor door de koning wel toestemming was verleend. Het aantal overleden Zeister rooms-katholieken dat sindsdien in Bunnik of Soesterberg begraven werd nam toe. In de periode 1838-1843 werden nog "slechts" 34 katholieken in Zeist begraven. Voor het elders begraven was men aan het gemeentebestuur van Zeist ƒ 10,= belasting verschuldigd. Voor het begraven van een overledene op het parochie- kerkhof in Bunnik, die geen ingezetene was, moest aan die gemeente ƒ 8,= belasting worden betaald [1].