Term | Definition |
---|---|
Sluitsteen | Dit woord heeft vanuit funerair perspectief een dubbele betekenis, enerzijds verwijst het naar de steen die een grafkelder afsluit maar bekender is de verwijzing naar de steen die het graf van Jezus afsloot. |
Smeedijzer | Een betrekkelijk zuivere vorm van ijzer die gemakkelijk gesmeed kan worden en niet snel hard wordt, zodat het met de hand gevormd of gehamerd kan worden, dit in tegenstelling tot gietijzer. Veel toegepast voor hekwerken op graven, ook wel in combinatie met gietijzer. |
Spitsboog | Een boog waarvan de vorm wordt bepaald door twee symmetrische cirkeldelen die elkaar in de top snijden. Deze boog werd in de gotiek bij kerkbouw toegepast. Bij een spitsboog zijn de spatkrachten minder dan bij een rondboog. Later zijn er varianten op de spitsboog ontwikkeld, bijvoorbeeld de Tudorboog en de ezelsrugboog. |
Stèle | Van het Griekse woord voor rechtopstaand steenblok. Een rechtopstaande graf- of gedenksteen of gedenkzuil waarin een motief of inscriptie is uitgehouwen, gewoonlijk op een graf. |
Tombe | Benaming voor een grafmonument dat lijkt op een praalgraf, maar dan op een kerkhof of begraafplaats. Het bevat feitelijk niets, maar de vorm wekt de suggestie dat de kist er in is opgenomen. Meestal bevindt de kist zich in een kelder of zandgraf onder het monument. Wel is de tombe vaak voorzien van een deksteen op een roef, beide vaak uitvoerig bewerkt en meestal in een klassieke stijl uitgewerkt. |
Transept | in de middeleeuwse kerkbouw wordt hier het dwarsschip mee bedoelt. Letterlijk de armen die de kruisvormige plattegrond vormen van een kerk. In Nederland spreekt men van het noorder- en zuidertransept. |
Travee | Ruimte-, wand- of geveleenheid, afgebakend door pijlers, steunberen, pilasters of dergelijke. |
Tuinstijl | Benaming voor het type ontwerp dat ten grondslag ligt aan een tuin, park of begraafplaats. |
Tympaan | Het veld dat in een fronton besloten ligt, met beeldhouwwerk versierd. Ook gebruikt als synoniem van fronton. |
Veenlijk | Een in het veen gevonden overblijfsel van een prehistorisch menselijk lichaam, ook wel veenmummie genoemd. Het betreft lijken van personen die mogelijk in de prehistorie of later zijn geofferd door ze in het moeras te werpen. Door de conserverende werking van het veen, dat een laag zuurstofgehalte kent en een zure omgeving, zijn de offers in betrekkelijk goede staat bewaard. |
Verzamelgraf |
|
Vriesdrogen | Ook wel: lyophilisatie of cryomatie. Naast begraven en cremeren wordt in de uitvaartbranche ook gezocht naar nieuwe technieken in de uitvaart. Die zouden tegelijk milieuvriendelijker moeten zijn en zorgen dat er minder beslag wordt gelegd op de schaarse ruimte. Eén van die technieken is de voor groenten beproefde methode van vriesdrogen. |
Vroege landschapsstijl | Tuinstijl in Nederland waarin een ideaal landschap wordt nagebootst. Ten onrechte ook wel Engelse landschapsstijl genoemd. Karakteristiek voor deze stijl zijn kleinschaligheid en beslotenheid waarbij naar een zekere mate van natuurlijkheid gestreefd wordt (1750-1815). |
Zandsteen | Een sedimentair- of afzettingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit aan één gekitte zandkorrels. |
Zuil | Ronde pijler, vrijstaand dragend bouwdeel, waarvan de doorsnede een cirkel vormt. In grafmonumenten toegepast, maar ook voorkomend als afgeknotte zuil voor de symbolische betekenis. Vergelijk afgebroken zuil. |