Skip to main content

Symboliek

Symboliek

Glossaries

Term Definition
Ecce homo

marbriet elslooDe titel 'ecce homo' met het beeld van een gegeselde Christus met doornenkroon verwijst naar het moment dat de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus Christus toonde aan het joodse volk en de woorden sprak: "Hier is hij, de mens" (Johannes 19:5). De hogepriesters en gerechtsdienaars riepen vervolgens op om Christus te kruisigen.

Het beeld van de gegeselde Christus met doornenkroon, spotmantel en gesel in de gewonde handen met als titel 'ecce homo' is een geliefd thema in de Westerse kunst. Op grafmonumenten komt het thema met name voor op katholieke begraafplaatsen in de vorm van porceleinen 'christushoofdjes'.

Ei

Symbool van geboorte en nieuw leven. 

In christelijke kring is er de gelijkenis van de uit het graf verrijzende Christus met het kuiken dat uit de schaal kruipt; de witte kleur van de schaal symboliseert zuiverheid en volmaaktheid. Rond het ei bestaan veel gebruiken die op symboliek berusten, zoals het paasei, een voorjaarssymbool als teken van de ontwakende vruchtbare natuur, maar ook in verband met de genoemde gelijkenis van de opstanding. Ook werd het de dode meegegeven in het graf als sterkend voedsel voor de reis naar het hiernamaals.

Eikenblad

Hier zijn verschillende betekenissen aan toe te kennen. Eikenhout werd als onverwoestbaar beschouwd en was daarom symbool van de onvergankelijkheid. In de oudheid werd een lauwerkrans van eikenbladeren gegeven aan overwinnaars ten teken van onvergankelijk eer. Veel gebruikte symboliek op NSB-graven in de Tweede Wereldoorlog.

Synonyms - Eikentak, eikels
Engel

Victoria, de gevleugelde godin van de overwinning uit de oudheid, werd in de christelijke betekenis een engel, de boodschapper van God.

Engel met bazuin

Symbool van het Laatste Oordeel. Nadat de doodsengel de bazuin heeft geblazen, openen zich de graven en vindt het Laatste Oordeel plaats (Apocalyps 8, 10) .

Evangelist

De vroeg-christelijke Kerk, die veel gebruik maakte van symbolische beeldentaal, stelde de evangelisten soms voor als vier gevleugelde wezens: Mattheus was een mens, Marcus een leeuw, Lucas een os en Johannes een adelaar